Derogatie

Veel veehouders kiezen voor derogatie, een uitzondering waarbij meer stikstof uit dierlijke mest aangewend mag worden. De normale norm voor dierlijke mest is 170 kg N per ha, maar met derogatie is deze op zandgrond 230 en voor klei geldt 250 kg N per ha.

Met derogatie heb je meer ruimte voor stikstof uit dierlijke mest. Maar daar zijn wel voorwaarden aan verbonden. De belangrijkste voorwaarde is dat je minimaal 80 % grasland moet hebben. Dat is voor de meeste veehouders nog wel haalbaar. Maar wanneer je bijvoorbeeld 30 % van je areaal mais wilt telen dan kun je niet meedoen met derogatie.

Een verplicht onderdeel voor het verkrijgen van derogatie is het beschikbaar hebben van een bemestingsplan. Dit is een plan die je voor en tijdens het seizoen moet bijhouden en waarin je eigenlijk continue monitort of je nog wel binnen de gebruiksnormen blijft. Aan de hand van grondmonsters en grondonderzoek gebruik je de analyseresultaten om de juiste fosfaattoestand te bepalen. Iedere 4 jaar moet de grond onderzocht worden. Daarnaast zijn er allerlei regels over hoe de monsters over de percelen genomen moeten worden.

Daarnaast is bijvoorbeeld grasland scheuren van invloed op de berekening. Ook dat moet je opnemen in het bemestingsplan. Ook het feit of je de percelen alleen maait of juist beweid hoort in het bemestingsplan. Verder moet je bijvoorbeeld ook je mestopslagcapaciteit opnemen.